Bobbels worden in wezen gemaakt door een reeks half afgewerkte dubbele haakjes in dezelfde steek of ruimte te haken. De eenvoudigste bobbels hebben drie van deze halfafgewerkte steken, maar sommige hebben er misschien vier of vijf.
Stappen
Deel 1 van 3: Deel één: basis bobbel met drie steken
Stap 1. Sla de draad om en steek de haak erin
Wikkel het garen van achteren naar voren over de punt van de haaknaald en steek de haak vervolgens in de volgende aangewezen steek of ruimte in uw werk.
De juiste steek is afhankelijk van het projectpatroon waarmee u werkt
Stap 2. Trek een lus omhoog
Wikkel het garen opnieuw over de punt van de haak en trek dan de haak en het garen terug naar de voorkant van het werk.
Na het voltooien van deze stap moeten er drie veilige lussen aan uw haak zitten
Stap 3. Sla om en trek twee keer door
Wikkel het garen weer om de haak. Vang deze draad op in de punt van de haak en trek hem dan door de bovenste twee veilige lussen op de haak.
Hierna moeten er nog twee lussen aan je haaknaald zitten. Merk op dat je ook een half afgewerkt stokje hebt gemaakt
Stap 4. Sla om en werk in dezelfde steek
Wikkel het garen weer van achteren naar voren over de haaknaald en steek dan de punt van de haak in dezelfde steek of ruimte.
Het is absoluut essentieel dat u elk deel van de bobbelsteek in de dezelfde steek of spatie. Geen enkel deel van een individuele bobbel mag in een aparte steek of ruimte worden verwerkt.
Stap 5. Trek nog een lus omhoog
Wikkel het garen over de punt van de haak en gebruik de haak om dat garen terug naar de voorkant van het werk te trekken.
Er moeten op dit punt vier veilige lussen aan uw haak zijn
Stap 6. Trek door twee lussen
Garen opnieuw over de haak en trek die omslag door de eerste twee veilige lussen aan je haak.
Hierdoor zou je drie lussen aan je haaknaald moeten houden. U hebt ook in totaal twee half afgewerkte stokjes gemaakt
Stap 7. Werk nog een keer in dezelfde steek
Wikkel het garen over de punt van de haak en steek het nog een keer in dezelfde steek of ruimte.
Stap 8. Trek een laatste lus omhoog
Garen over de haak. Vang de draad op in de gehaakte punt en trek zowel de naald als de draad terug naar de voorkant van het werk.
Er moeten op dit punt vijf veilige lussen aan uw haak zijn
Stap 9. Teken twee keer door
Garen over de haak en haal die omslag door de bovenste twee lussen op de haak.
Op dit punt zou je vier lussen op je haaknaald moeten hebben en drie half afgewerkte dubbele haken. Deze half afgewerkte stokjes zijn de drie steken van uw "drie-steken" bobbel
Stap 10. Sluit de overige lussen
Garen nog een laatste keer over de haaknaald. Trek dit garen door alle vier de lussen die momenteel op je haaknaald zitten.
- Deze stap voltooit de eigenlijke bobbelsteek zelf.
- Je zou een lus aan je haaknaald moeten houden. Deze lus wordt gebruikt om uw werk voort te zetten, maar is niet opgenomen in de steken van uw bobbel.
Stap 11. Sluit de bobbel
Haak een losse van de lus aan je haak. Als u dit doet, wordt de bobbel afgedicht en wordt uw garen voorbereid op de volgende steek in uw patroon.
Om een kettingsteek te maken, maakt u één keer een eenvoudige draad over de haaknaald en haalt u de draad door de lus die eerder op uw haaknaald zat. Dat maakt een keten compleet
Deel 2 van 3: Deel twee: de bobbel uitbreiden
Stap 1. Maak een bobbel met vier steken
Een bobbel met vier steken wordt op exact dezelfde manier gemaakt als een bobbel met drie steken, behalve dat er nog een half afgewerkt stokje wordt gemaakt voordat de bobbel wordt verzegeld.
- Haak de basisbobbel met drie steken door het punt waar je drie halfafgewerkte stokjes en vier lussen op je haaknaald hebt.
-
In plaats van de resterende lussen te sluiten, haak je nog een half afgewerkt stokje.
- Garen over de haak.
- Steek de haak in dezelfde steek of ruimte.
- Garen opnieuw over de haaknaald en trek hem dan terug door naar de voorkant van het werk, zodat je in totaal zes lussen krijgt.
- Sla de draad om en haal hem door de eerste twee lussen. Je zou vijf lussen aan je haaknaald moeten hebben en vier half afgewerkte dubbele haakjes.
- Nadat u de vierde steek hebt gemaakt, maakt u een omslag en trekt u het garen door de resterende lussen op uw haaknaald, waarbij u de bobbel sluit.
- Verzegel de bobbel met een kettingsteek om hem vast te zetten.
- Merk op dat de resulterende bobbel omvangrijker zal zijn dan een bobbel met drie steken.
Stap 2. Maak een bobbel met vijf steken
Een bobbel met vijf steken wordt op dezelfde manier gemaakt als de bobbel met vier steken, maar in plaats van de bobbel af te werken na vier half afgewerkte stokjes, moet u een vijfde half afgewerkt stokje maken.
- Haak de bobbel met vier steken door het punt waar je vier half afgewerkte stokjes en vijf veilige lussen aan je haaknaald hebt.
-
Sluit de resterende lussen nog niet af. Maak in plaats daarvan nog een half afgewerkt stokje.
- Garen over de haak en steek deze in dezelfde ruimte of steek.
- Garen opnieuw over de haaknaald en trek dan een lus op door het garen terug naar de voorkant van het werk te trekken. Je zou op dit punt zeven lussen op je haaknaald moeten hebben.
- Garen over de haak en haal deze door de eerste twee lussen. Dit creëert een vijfde half afgewerkt dubbel haakwerk. Merk op dat er zes lussen op je haaknaald moeten zitten.
- Na het maken van de vijfde steek, garen opnieuw over de haak. Trek dat garen door alle zes lussen aan je haak om de bobbel te voltooien.
- Zet de bobbel vast door er direct een kettingsteek op te haken.
- Deze bobbel zal nog omvangrijker zijn dan de versie met vier steken. Theoretisch zou je een nog dikkere bobbel kunnen maken door half afgewerkte dubbele haakjes in dezelfde ruimte te blijven haken, maar de bobbel met vijf steken is meestal de grootste die je zou willen gebruiken.
Deel 3 van 3: Deel drie: Bobble Rows
Stap 1. Werk de bobbels tot een vast stuk
Tenzij anders aangegeven, moet u meestal bobbels verwerken in een eerder gemaakte rij vasten (of een rij gemaakt met een vergelijkbare eenvoudige haaksteek).
- Bevestig het garen aan je haaknaald met een schuifknoop en haak dan een basisketting met een even aantal lossen.
- Enkele haak in de eerste lus vanaf de haak, ga dan verder met een enkele haak langs de lengte van de ketting. Je zou uiteindelijk een oneven aantal enkele haakjes moeten maken.
Stap 2. Ketting drie en werk de eerste bobbel
Maak drie kettingsteken aan het begin van je bobbelrij en werk dan de bobbel in de eerste steek.
-
Merk op dat de drie lossen die u maakt, telt als uw eerste half afgewerkte dubbele haakwerk, dus u zult het laatste aantal steken dat u daadwerkelijk voor de bobbel werkt met één moeten verminderen voor deze eerste steek.
- Met andere woorden, haak twee half afgewerkte dubbele haakjes als de rest van je bobbels drie-steken bobbels zijn.
- Haak drie half afgewerkte stokjes als u bobbels met vier steken gebruikt.
- Haak vier half afgewerkte dubbele haakjes wanneer u bobbels met vijf steken over de rij gebruikt.
- Alleen deze eerste bobbel zal anders zijn. De resterende bobbels hebben het standaard aantal half afgewerkte dubbele haakjes erin.
Stap 3. Laat een beetje ruimte tussen de afzonderlijke bobbels
Om te voorkomen dat de bobbels door elkaar lopen, moet u meestal een enkele haak in de steek of ruimte haken onmiddellijk na elke afzonderlijke bobbel.
- Deze stap kan echter variëren, afhankelijk van het projectpatroon dat u gebruikt, dus het is het beste om de instructies te controleren (indien van toepassing).
- Ga door met het afwisselen van bobbels en enkele haakjes langs de rij tot je het einde hebt bereikt. De laatste steek van je rij moet een bobbelsteek zijn.
Stap 4. Vaste stokjes tussen aparte rijen
De rij direct na een bobbelrij moet een rij vasten zijn (of een andere vergelijkbare eenvoudige steek).
- Zorg ervoor dat u één keer een vaste haakt in elke bobbel en vaste van uw vorige rij.
- Als u een rij bobbels direct bovenop de eerste zou maken, zouden de bobbels van beide rijen naar tegenovergestelde zijden van het werk wijzen. Met andere woorden, de ene zou naar de 'rechterkant' kijken en de andere naar de 'verkeerde kant'. Het maken van een rij vasten tussen bobbelrijen zal dit voorkomen.
Stap 5. Werk je volgende rij bobbels in de gaten
De bobbels van je tweede bobbelrij moeten uitvallen in de ruimtes tussen de bobbels van je eerste.
- Aan het begin van je tweede bobbelrij, ketting één, keer en haak een enkele in de eerste steek.
- Haak een standaard bobbelhaakwerk in de volgende steek. Hierdoor zou de bobbel tussen twee bobbels uit je vorige rij moeten landen.
- Ga door met dit patroon langs de lengte van de rij.
Stap 6. Herhaal indien nodig
Je zou in staat moeten zijn om zoveel rijen bobbels te maken als je wilt door dit patroon te volgen.
-
Onthoud gewoon dat:
- Individuele bobbels moeten worden gescheiden door een enkele haak.
- Bobbelrijen moeten worden gescheiden door een rij vasten.
- De bobbels van elke rij moeten tussen de bobbels van de vorige rij vallen.
Stap 7. Draai het werk om als het klaar is
De bobbels verschijnen eigenlijk aan de achterkant van je werk, dus je moet het werk omdraaien nadat je klaar bent met het maken ervan.
